Van Albeniz tot Wieck (sorry for those who aren't in this list.)

Van Albeniz tot Wieck                                 (sorry for those who aren't in this list.)
Isaac Albeniz, Charles-Valentin Alkan, Geza Anda, Martha Algerich, Claudio Arrau, Vladimir Ashkenazy, Winniefred Atwell, Carl Philip Emanuel Bach, J.S. Bach, Burt Bacharach, Wilhelm Backhaus, Cor Bakker, Harry Bannink, Alwin Baer, Daniel Barenboim, Béla Bartok, Count Basie, Carl Bechstein, Pia Beck, Ludwig von Beethoven, Peter Beets, Idil Birit, Berlioz, Leonard Bernstein, Mike Boddé, Jorge Bolet, Viktor Borge, Michiel Borstlap, Johannes Brahms, Alfred Brendel, Herman Brood, Dave Brubeck, Hans von Bulow, Ferruccio Busoni, Frédéric Chopin, Aldo Ciccolini, Muzio Clementi, Harry Connick Jr, Alfred Cortot, Bartolomeo Cristofori, Carl Czerny, Claude Debussy, Anton Diabelli, Louis van Dijk, Anton Dvorak, Duke Ellington, Clare Fischer, Hein van der Gaag, George Gershwin, Edvard Grieg, M.A. Hamelin, Martinus Hersman, Iris Hond, Vladimir Horowitz, Udo Jurgens, Pim Jacobs, Elton John, Hank Jones, Diane Krall, Rob Kreefeld, John Lewis, Valentina Lisitsa, Franz Liszt, Arturo B. Michelangeli, Thelonius Monk, W.A. Mozart, Enrico Pace, Oscar Peterson, Bud Powell, Serge Rachmaninoff, Maurice Ravel, Yana Reznik, Jimmy Rowless, Arnold Schoenberg, Jean-Yves Thibaudet, Mitsuko Uchida, René Urtreger, Anna Vinnitskaya, Arcadi Volodos & Clara Wieck.

Totaal aantal pageviews

dinsdag 5 april 2011

Mijn pianoverhaal

Mijn pianoverhaal is vooral begonnen als een nieuwsgierige zoektocht, het duurde dan ook werkelijk enkele maanden voor ik voor mezelf een beeld over mijn pianoverhaal kon vormen en dat probeer ik hierbij voor de geinteresseerden te verwoorden.

Enkele vragen, waarop ik probeer antwoord te krijgen:
Waar is het vakmanschap uit het verleden gebleven?
Hoe wordt er nu mee omgegaan?
Wat beweegt en wie beheersen de markt van piano- liefhebbers en - bouwers?

Vakmanschap is een duur goed, enerzijds schaars en anderzijds aan hoog arbeidsloon onderhevig. Desalniettemin is historisch vakmanschap gelukkig overgedragen en nooit verloren gegaan. Marktbewegingen hebben de pianobouwers markten zichtbaar verplaatst buiten Europa. Grofweg kun je zeggen, dat de fabrikanten van weleer door toenadering van marktmechanismen wereldwijd naar elkaar zijn toegegroeid.

Concertpodia worden veelal eenzijdig gedomineerd door bepaald vakmanschap en samensmelting van belangen tussen Broadcast Media, Impressariaten, Dirigenten, Artiesten/Solisten.
Sponsoren en de consument samen maken concerten op hoog niveau mogelijk.

Grote merken zijn in groepen te verdelen en toch is waar te nemen dat het aantal merken is uitgedund en of is afgebrokkeld.

Werkgelegenheid in deze bedrijfstak is door centralisatie wereldwijd elders buiten Europa samen gesmolten. Individuele pianobouwers van toen zijn aangewezen op lokale pianohandelaren en restaurateurs van het heden, vraag en aanbod is opnieuw waar te nemen. Muziekstudenten gaan op zoek naar authenciteit en de volwassen amateurs hebben meer tijd en geld dan vroeger.

De bulk voorraden vinden hun weg naar de consument via internet of piano malls op industrieterreinen.

Grote merknamen van weleer zijn nauwelijks meer verbonden aan familiebedrijven.
Gebundelde krachten zijn ver over grenzen verdwenen met als gevolg dat merknamen herleven in de consumentenmarkt.

Dankzij lokale restaurateurs en vakmanschap blijven de grote "A, B en C" merken behouden sinds het ontstaan van de pianoforte voor nieuwe generaties.

Door de merknamen bewust te hebben weggelaten, ontkom je er niet aan enkele merknamen te gaan noemen om inzicht te geven.

Yamaha, Samick, Kawai en Young Chang zijn economisch zo sterk gegroeid dat zij indirect grote merken bedienen zoals Bösendorfer, Baldwin, Bechstein en Steinway.& Sons en bovendien oude handelsnamen weer nieuw leven inblazen.

Er is een groep van onafhankelijke handwerker pianobouwers gebleven, bijvoorbeeld Steingraeber u Sohnen, Grotrian Steinweg, Sauter en Blüthner.

Er zijn ook nieuwe groepen handwerk pianobouwers ontstaan zoals; SHIGERU KAWAI, Borgato, Fazioli en Stuart & Sons.

Vooral merken zoals Pleyel, Erard, C. Bechstein en Blüthner gaan generaties lang mee of blijven behouden dankzij groot individueel vakmanschap.

Steinway & Sons noem ik even apart, deze “Porsche” onder de piano's tref je vooral aan in concertzalen mede door de steun van broadcasting & marketing. Een grote schaar van artiesten is aan dit merk verbonden of indirect gecontracteerd.

Enkele uitzonderingen kwam ik tegen, zoals Jorge Bolet die altijd zijn eigen Bechstein meenam en tegenwoordig Wibi Sjoerjadi de zalen vol krijgt eerst met Bösendorfer en nu met een aangepaste Fazioli.